Nederlandstalige auteurs in de Spotlight... Hoofdstuk 8

Wie hoofdstuk 7 van de interview reeks las, wist al wie er deze keer geïnterviewd zou worden.
J. Sharpe noemde haar al de beste fantasy schrijfster van Nederland.

De vragen zijn dit keer voor... Kim ten Tusscher.  

• Wie ben je, en waar kunnen we je van kennen? 

Ik ben Kim ten Tusscher. Ik ben bekend van mijn verhalen in de wereld van Lilith, die inmiddels zeven boeken groot is. Ik schrijf epische fantasy met personages die echt voelen en grootse oorlogen vol nuances. Ik houd niet van verhalen waarvan je op pagina 1 weet wie de held is en wie de vijand en wie dus wint op de laatste pagina. Iedereen is een held op zijn eigen manier (en vaak de vijand in de ogen van de ander ;-) )

• Hoe kwam je op het idee voor je eerste boek? 

Hydrhaga is geschreven naar aanleiding van een droom en in een periode dat ik veel vrije tijd had. De droom was maar heel kort (vrouw komt aan bij een stad in de verwachting daar een nieuw leven te beginnen), maar het verhaal liet me niet los. Daarom ben ik het gaan opschrijven om te kijken hoe het verder zou gaan met Lumea.

• En dan is je eerste verhaal af…. Wat nu? Hoe heb je het aangepakt? 

Hydrhaga was ook echt het eerste verhaal dat ik in lange tijd heb geschreven. Ik liet het lezen aan collega’s en de reacties waren niet slecht.
Toen dacht ik: “Ik kan het in de la leggen en vergeten, of ik ga kijken of er een uitgever geïnteresseerd is.”

Ik ben opgevoed met het motto niet geschoten is altijd mis en dat kwam nu goed van pas.
Maar waar stuur je je manuscript dan naartoe? Ik ben naar de boekhandel gegaan en heb gekeken welke uitgevers daar op de planken staan.
Toentertijd kwam je dan uit bij Luitingh en M. Dat werden twee afwijzingen.
Daarna heb ik nog wat bekende uitgevers aangeschreven, maar ook dat werd niets.
Uiteindelijk is mijn verhaal er eentje van op de juiste plek op de juiste tijd.
In die jaren was Nederlandstalige fantasy echt in opkomst en waren er ook helden die juist de Nederlandse schrijvers een kans wilden geven en nieuwe uitgeverijen oprichtten.
Ik kwam de uitgeverij van Jos Weijmer en Richard de Vroede tegen. Het bleek de juiste match.

Nu, tien jaar later, zit ik nog steeds bij dezelfde uitgeverij, ook al is de naam inmiddels veranderd in Zilverspoor.
Ik voel me hier helemaal op mijn plek, tussen gedreven mensen met een hart voor bijzondere verhalen en super fijne schrijfcollega’s.

• Heb je een favoriete passage van je eigen hand? 

Oh, wat een moeilijke vraag! Moet ik nou echt uit duizenden pagina’s een passage gaan kiezen? *denk denk*
In mijn laatste boek (Macht – de Vertellingen van de Ondergang 2) zit wel een bijzondere scène die heel dicht bij mij staat en waar ik veel goede reacties op krijg. En daar ben ik heel trots op, want eigenlijk is het het laatste hoofdstuk dat ik heb geschreven voor dat boek.
We zaten al ver in het redactieproces en Cocky van Dijk (mijn redacteur) vroeg of ze binnenkort het volgende deel van het verhaal kon krijgen. Maar daarin zat dus nog steeds een gat waarvan ik geen idee had hoe ik dat moest opvullen.
Ineens viel alles op zijn plek. Dit moest een zweethutceremonie worden waarin Lilith de demonen uit haar verleden verslaat.
Het is een erg krachtige scène geworden die niet alleen erg belangrijk is voor Liliths ontwikkeling, maar ook teruggrijpt op een periode in mijn eigen leven die erg vormend was.

In 2011 ben ik namelijk 3 maanden bij de Lakota Indianen in Noord Amerika geweest. De bedoeling was dat ik daar een foto reportage zou maken over hoe deze mensen tegenwoordig leven. Dat is niet helemaal gelukt, maar ik heb er een geweldige tijd gehad.
De manier waarop ik werd ontvangen door de mensen daar en hoe ze mij hebben meegenomen in hun leven (modern en traditioneel tegelijk) heeft een grote indruk op me gemaakt.

Uiteindelijk ben ik daar ook uitgenodigd voor een zweethutceremonie en dat was ontzettend bijzonder.

Een stukje uit Macht: ‘Welkom, Lilith,’ zei Niul zacht. ‘Vannacht maak jij een nieuwe start. Maar eerst moet je achter je laten wat was.’ Hij sloeg in een kalm tempo op een drum. Zijn lied was een aaneenschakeling van onverstaanbare klanken. Lilith concentreerde zich erop en voelde hoe haar geest een beetje wegdreef. De zenuwen legden een knoop in haar maag. Wat werd er tijdens de ceremonie van haar verlangd? Niul had gezegd dat ze het over zich heen moest laten komen, maar er was vast iets wat ze kon doen om het goed te laten verlopen. Ik dien jou niet meer, Jakob. Haar gedachten misten echter de overtuiging. Het tempo van Niuls lied versnelde. Lilith sloot haar ogen en probeerde haar schouders te laten zakken. Ze hoorde een sissend geluid doordat Ohinde water op de stenen goot. De stoom krulde zich om Lilith heen. Ze genoot van de warmte. De trance verdiepte.' 

• Heb je een quote uit een boek die je is bijgebleven? 

“I think I’m quite ready for another adventure.”
Ik weet eigenlijk niet eens of deze uit de boeken In de ban van de Ring komt, of uit de film.
Maar het is een quote die op meerdere manier belangrijk voor me is.

In de eerste plaats persoonlijk. Ik ben een ontdekkingsreiziger, altijd klaar voor een volgend avontuur. Ik houd van reizen en ben net terug van een roadtrip door Amerika. De kuddes herten liepen soms langs de tent als we ’s ochtends wakker werden.
Daarnaast is schrijven voor mij ook een ontdekkingsreis.

Maar de voornaamste reden om deze quote te kiezen, is dat deze verhalenreeks mij gevormd heeft als schrijver.
Toen de boeken van Tolkien verfilmd werden, werd ik enorm gegrepen door het verhaal van Frodo en zijn reisgezelschap en het vakmanschap van de filmmakers.
Mijn eerste stappen in het fantasygenre waren als kostuummaker. Eerst puur voor mezelf en later ook voor films en series als Born of Hope, Ren – the Girl with the Mark en A Royal Love.
Met deze achtergrond was het logisch dat het genre waarin ik zou schrijven fantasy zou zijn. Er zitten in Hydrhaga ook echt verwijzingen naar mijn voorliefde voor Tolkiens werk.
Mijn elfen zijn een afspiegeling van zijn elfen, ook al heb ik er uiteindelijk wel een eigen draai aan gegeven.

• Heb je misschien een tip voor schrijvers in de dop? 

Geniet van het schrijven. Een boek schrijven doe je niet in een paar uur, dus kun je maar beter zorgen dat je een leuke tijd hebt terwijl je er mee bezig bent.
Ik kom zo vaak tegen dat beginnende schrijvers hun plezier laten vergallen door het idee dat het meteen perfect moet zijn. Maar dat is in het begin helemaal niet belangrijk.
Vergeet de grammatica en de spelregels. Vergeet alles wat je weet van schrijven. En maak je vooral helemaal niet druk om een publiek, want zover is het nog helemaal niet.

In die allereerste fase draait het alleen om jou, het verhaal en het genieten van het creëren. Wat veel beginnende schrijvers niet beseffen, is dat die eerste versie niet de eindversie is.
Sommige van mijn boeken kenden meer dan 40 versies (met soms kleine verschillen, maar vaak genoeg ook echt grote verschillen waarin hele verhaallijnen veranderden) voor het goed genoeg was om naar mijn uitgever te sturen.
Al dat fijnslijpen en al je perfectionisme kun je dus bewaren tot een latere versie. Eerst moet het verhaal in grove lijnen op papier.

• Ben je bezig met een volgend boek? Waar haal je de inspiratie vandaan? 

Op dit moment werk ik aan het derde deel van De Vertellingen van de Ondergang.
De serie moet in totaal vier delen krijgen, dus daar ben ik de komende anderhalve jaar nog wel mee bezig.
Inspiratie is overal om me heen. In het nieuws, in andere boeken, in muziek, in reizen. Maar omdat dit het achtste boek in dezelfde wereld wordt, vloeit ook veel voort uit die wereld. Het verhalenschrijven wordt namelijk vooral gevoed door mijn nieuwsgierigheid.
Ik noem nou wel dat volk, maar hoe leven die nu echt? En dan stuur ik mijn verhaal die richting op om dat te ontdekken.
Ik heb het al die tijd over twaalf Goden, maar de belangrijkste godsdienst eert maar een van die Goden… Hoe zit dat? Dat ga ik uitzoeken!
En ik heb het elke keer over een soort hel, maar wat gebeurt er werkelijk als iemand sterft? En er is weer een nieuwe verhaallijn geboren.

• Wat zou je nog willen bereiken als schrijver? 

Ik wil heel graag bereiken dat het vanzelfsprekend is dat Nederlandstalige fantasy schrijvers genoemd worden in het rijtje als er gevraagd wordt naar iemand favoriete schrijvers.
Nu hoor je toch nog steeds de bekende buitenlandse namen, die ook echt te gekke boeken schrijven. Ik merk al wel veel verandering in de tien jaar dat mijn boeken worden uitgegeven, maar het grote publiek weet nog steeds niet dat er in Nederland en Vlaanderen knettergoede fantasy schrijvers zijn. Gelukkig helpt een interview op een blog zoals dat van jou ook echt mee aan onze bekendheid!
Dus bij deze, dank je wel voor deze kans.

• Van welk boek zou je willen dat jij het geschreven had? 

Het is niet zo dat ik de boeken van Peter deWillis of Michelle Visser geschreven zou willen hebben, maar ik ben erg jaloers op het schijnbare gemak waarmee zij sfeer weten te scheppen.
Als ik een landschap of omgeving beschrijf, dan is dat vrij basaal. Daar is op zich niet zoveel mis mee, dat hoort nou eenmaal bij mij en ik besteed weer aandacht aan andere dingen.

Maar als ik Michelle’s boeken lees, ruik ik het Franse landschap. Ontzettend knap vind ik dat.
En ik zou schrijven dat er in een haven twee boten liggen, bij Peter deinen de sloepen op de golven, verlicht door de zilveren gloed van de maan (lees Terra Fabula maar, het is echt veel mooier dan ik hier opschrijf) en dan denk ik: “Waarom kom ik nou niet op zulke dingen?”

• Welk boek van een andere, Nederlandstalige schrijver zou jij aanbevelen aan de lezer?

De boeken van Kelly van der Laan. De dilemma’s die zij haar personages meegeeft en de thema’s die zij aan de kaak stelt… ik ben verliefd op haar verhalen.
Het is zelfs zo erg dat ik als jurylid haar verhalen twee keer op nummer 1 zette bij de verhalenwedstrijd Fantastels (en daar moest je anoniem inzenden, dus dat ik uit honderden verhalen iedere keer dezelfde schrijver op plek 1 zette, zegt echt heel veel).

• Ben je eerder een ochtend- of avondmens? En ben je ook productiever gedurende een deel van de dag? 

Ik kan allebei, maar ik vind het tegenwoordig fijner om ’s ochtends te schrijven. Niet te vroeg, hoor, want ik werk vaak (in een reguliere baan) tot 23:00 uur. Meestal zit ik rond 9:00 uur achter mijn bureau.

• Hoelang doe je over de eerste versie van je verhaal? 

Bij mij lopen versies door elkaar. Zoals ik eerder al schreef, is het verhaal tijdens de redactie soms nog niet compleet.
Mijn planning voor het verhaal waar ik nu aan werk, was om de eerste versie in september af te hebben. Dat is niet gelukt, maar het staat al wel grotendeels op papier.
Ik ben in mei begonnen met dit boek, dus dat is dan 4 maanden. En eigenlijk is dat ook gekkenwerk, om in die tijd een boek van meer dan 100.000 woorden op papier te krijgen.
Mijn deadlines zijn sowieso erg strak: ieder jaar een boek. Dat is behoorlijk doorwerken.
Maar aan de andere kant: zonder deadline, doe ik ook niets. ;-)
Maar na het beantwoorden van deze vragen, moet ik wel snel weer aan de schrijf.

• Welke vraag zou ik moeten toevoegen voor de volgende auteur? (En wellicht wil je daar zelf ook antwoord op geven?) 

Als iemand een blind date heeft met een van jouw boeken, wat verklapt dan dat het een boek van jou is? 

Als je mijn boeken begint te lezen, dat heb je het idee dat je weet wat er gaande is. De verteller is vast de held van het verhaal.
Maar dan introduceer ik andere personages die hun kant van het verhaal mogen vertellen en dan begin je te twijfelen.
Die magiër die je eerst niet mocht? Misschien begin je nu zijn kant te kiezen, tot er weer iets anders gebeurt, waardoor je opnieuw moet nadenken over alles wat je al hebt gelezen en de kant die het verhaal opgaat.
Goed is in mijn verhalen namelijk nooit het pure goed, en kwaad nooit het ultieme kwaad.
Ieder personage probeert op zijn eigen manier het juiste te doen, maar heeft ook zijn eigen fouten en valkuilen.


Dank je wel Kim, ik heb weer een aantal boeken op mijn (toch al veel te lange) wishlist kunnen zetten!

Reacties