Nederlandstalige auteurs in de Spotlight.... Hoofdstuk 10

Jeeeej! *Klein vreugdedansje* Dit is alweer het 10e hoofdstuk van deze interview-reeks, en ik vind het waanzinnig leuk dat er zich nog steeds auteurs voor aanmelden. De interviews worden ook veel gelezen en ik hoop oprecht dat het doel (Nederlandstalige auteurs en hun werk leren kennen) bereikt wordt.
Deze (toch wel een beetje) jubileumeditie is de beurt aan Petra Doom.

• Wie ben je, en waar kunnen we je van kennen? 


Ik ben Petra Doom, en in alles wat ik schrijf kruipt wel iets van fantasy, mythen of sprookjeselementen (boeken, poëzie, songteksten).
Je kunt me kennen van mijn urban fantasy-reeks 'Overstekers'.
Tot nu toe zijn daarin twee delen verschenen bij uitgeverij Lannoo: 'Een kracht ontwaakt' en 'De schaduw van de sha'.

• Hoe kwam je op het idee voor je eerste boek? 

Het eerste idee voor 'Een kracht ontwaakt' kreeg ik ooit toen ik net op mezelf was gaan wonen.
Het was toen nog een klein idee-zaadje: een personage dat net was verhuisd, tot grote verbijstering en afkeuring van haar familie. (Bij mij was dat helemaal niet zo, voor de duidelijkheid!)
Toen ik veel later dieper in dat idee dook, ontdekte ik dat Mirabel, mijn hoofdpersonage, wel een hele grote sprong had gemaakt: ze was afkomstig uit een andere – magische – wereld. Ze had zo haar redenen om haar verleden achter te laten en de Oversteek te maken naar onze wereld waarin magie niet zo gewoon is.
Eigenlijk wil ze haar thuiswereld het liefst vergeten en zich concentreren op haar ‘menselijke leven’, waarin ze een biologisch fruitbedrijfje uitbaat, maar Mirabel is een echte probleemoplosser.
Andere Overstekers doen telkens weer een beroep op haar wanneer ze in een heikele situatie zitten, en ze heeft te veel verantwoordelijkheidsgevoel om ‘nee’ te zeggen. Dus brengt ze een boel tijd door met brandjes blussen en conflicten kalmeren.

Mijn ideeën beginnen altijd met de personages. Uit wie zij zijn komt de rest van het verhaal voort, en ook de wereld waarin ze leven. Als ik één van die dingen ‘los’ probeer te bedenken, is het al snel alsof mijn personages me verontwaardigd aankijken, zo van: ‘Hallo, daar heb ik niets mee te maken, hoor. Wát wil je nu dat ik hier doe?’

• En dan is je eerste verhaal af…. Wat nu? Hoe heb je het aangepakt? 

Dat eerste boekidee heeft lang gerijpt. Toen ik het eindelijk aan mensen durfde laten lezen, was ik er al anderhalf jaar mee bezig, in diverse rondes van schrijven, laten liggen, bijschaven… Ik vond het ontzettend eng om ervoor uit te komen - ‘ja, dat heb ik geschreven’.
Het verhaal lag me ook heel na aan het hart, en ik wilde sterk genoeg in mijn schoenen staan om tegen de scherpste kritiek te kunnen. Alleen zo zou het goed genoeg worden.
Daar heb ik dan ook om gevraagd toen ik klaar was: vertel me alles wat je stoorde, opviel, raar vond, niet-inleefbaar, onbegrijpelijk. De reacties van proeflezers bleken zo positief, en de kritiek al met al zo summier, dat ik het durfde opsturen naar uitgevers.
Natuurlijk kreeg ik eerst een paar afwijzingen, maar toen ineens een mailtje ‘we zijn je verhaal met aandacht aan het lezen’. Ja, ja, dacht ik toen, dat zal wel. Maar een paar dagen later zat ik tegenover een enthousiaste uitgever die het helemaal zag zitten.

• Hoelang doe je over de eerste versie van je verhaal? 

Van 'Een kracht ontwaakt' (Overstekers 1) kan ik dat moeilijk reconstrueren. Ik schreef de helft van de eerste versie namelijk tussen de bedrijven door toen ik bezig was met een masterscriptie.
Daarin moest ik me zo inhouden – alleen bij de feiten bljiven en er geen verhaal van maken – dat het een ontzettende opluchting was om mijn verbeelding de vrije loop te kunnen laten.
Voor boek 2 weet ik het wel: dat was ongeveer vijf maanden. Na die eerste versie volgt uiteraard nog een tweede ronde, die ook weer wat tijd vraagt.

• Ben je bezig met een volgend boek? Waar haal je de inspiratie vandaan? 

Ik ben nu bezig met Overstekers 3. Mijn inspiratie komt voor een groot stuk uit twee dingen: mijn liefde voor sprookjes en mythologie, en mijn neiging om op zoek te gaan naar samenhang.
Voor Overstekers heb ik me bijvoorbeeld laten leiden door de vraag ‘hoe komt het dat elke cultuur bepaalde niet-menselijke wezens in zijn verhalen heeft, waarvan sommige dan ook nog eens op elkaar lijken?’
De derde, grote component is menselijke psychologie. Ik hou ervan om fantasy-elementen te mengen met uit het leven gegrepen situaties en inleefbare emoties.

• Heb je een favoriete passage van je eigen hand? 

Ik heb er een paar, maar over de meeste daarvan kan ik niets vertellen zonder al te veel te verklappen. Op dit stukje ben ik erg gesteld.
In haar dromen wordt Mirabel geplaagd door haar verleden, en het lijkt er al snel op dat het haar niet zomaar met rust zal laten…

‘Wat wil je?’ vroeg ik. Deze keer trilde mijn stem, een klein beetje. ‘Wat ik altijd al heb gewild.’ Donkere vormen flikkerden en hij stond voor me, de schaduwachtige barrière van het net verdwenen. Was hij altijd zo snel geweest? Hij stak zijn hand naar me uit. Ik wist me ervan te weerhouden om verder terug te deinzen. Mijn eigen hand wilde naar hem reiken. Oude etiquettelessen klonken in mijn oren. Als je het overwicht niet wilt verliezen, moet je nooit onzeker of bang lijken. In mijn binnenste voelde ik de toenemende druk. Ronban opende zijn vingers als een schaal voor me. Op zijn hand lag een tros druiven, koel glinsterend. ‘Ik wil je dienen, Prinses Mirabel.’ Mijn hand ging omhoog. Ik liet mijn vingers over de druiven glijden, voorzichtig, om zijn huid niet aan te raken. ‘Ik heb geen invloed meer aan het hof. Er is niets meer wat ik je kan bieden, daimon.’ Hij vertrok zijn gezicht, alsof ik hem gekwetst had. ‘Noem me toch bij mijn naam, Prinses Mirabel.’ De stilte rees op, vormde een onzichtbare muur. Maar de muur stond niet tussen ons in. De muur cirkelde om ons heen, beschermde ons of zette ons gevangen. Mijn vingers sloten zich om een van de druiven, trokken zachtjes aan de vrucht. Met een licht ploppend geluidje liet de druif los van het steeltje. Ik liet hem in het kommetje van mijn hand vallen, waar hij heen en weer rolde over de lijnen van het litteken. Ronban keek me strak aan. ‘Je kunt niet eindeloos wachten, Prinses Mirabel. Je kunt niet verraden wat er in je leeft.’ Voor het eerst sinds ik hem kende, lag er dreiging in zijn stem.

• Heb je een quote uit een boek die je is bijgebleven?

Ik ben niet zo goed in letterlijke quotes, maar eentje die is blijven hangen omdat ik hem zo’n mooi begin vond (van een overigens geweldig boek): ‘Kell wore a very peculiar coat. It had neither one side, which would be conventional, nor two which was unexpected, but several which was, of course, impossible.’ (Victoria Schwab, A darker shade of magic)

• Heb je misschien een tip voor schrijvers in de dop?

Schrijf… en lees! Het is nuttig om een en ander te leren over hoe een verhaal structureel in elkaar steekt, maar ik heb heel veel geleerd door de eindeloze hoeveelheid boeken die ik heb verslonden.
Zo krijg je gevoel voor het ritme van een verhaal, hoe spanning wordt opgebouwd, enzovoort. Uiteindelijk is het vooral een kwestie van doen: schrijven over wat je echt boeit, in jouw stijl.
En later (als je iets wil uitgeven, tenminste, en niet alleen voor jezelf schrijft), als je iets hebt waarover je zelf echt tevreden bent: je innerlijke schrijver even op vakantie sturen en ernaar kijken met de blik van een redacteur.
Dat lukt het makkelijkst door wat proeflezers op je verhaal los te laten.
Verdedig je niet tegen kritiek, maar kijk over welke min- én pluspunten alle proeflezers het eens zijn. Daar kun je wat mee om je verhaal beter te maken.

• Wat zou je nog willen bereiken als schrijver? 

Ik denk dat vertaald worden wel een wens van veel schrijvers is. Het drukt natuurlijk meteen ook uit dat een boek kennelijk erg gewaardeerd wordt, als het de grenzen gaat oversteken.
Een kleinere (?) ambitie is om eraan bij te dragen dat (Nederlandstalige) fantasy wat serieuzer wordt genomen.

• Van welk boek zou je willen dat jij het geschreven had? 

Hm… iedereen schrijft natuurlijk weer anders. Er zijn boeken die ik enorm bewonder, maar die ik nooit had kunnen schrijven omdat ik een heel ander mens ben dan de schrijver.
En net dat maakt ze zo boeiend. Maar soms maakt een boek een soort klik. A darker shade of magic dat ik hierboven al noemde en The Lunar Chronicles van Marissa Meyer, daarin komen thema’s en onderwerpen voor die mij ook enorm fascineren.

• Welk boek van een andere, Nederlandstalige schrijver zou jij aanbevelen aan de lezer? 

Ik heb onlangs twee boeken van Vlaamse schrijfsters gelezen, die indruk op me hebben nagelaten. Wintercode van Pen Stewart, een literaire verbeeldingsroman, en De zilvervos van Joke De Meyer, een ridderlijk YA-avontuur.

• Ben je eerder een ochtend- of avondmens? En ben je ook productiever gedurende een deel van de dag?

Ik ben sowieso een avondmens. Vroeg opstaan is echt de horror voor mij. Ik schreef vroeger ook altijd ’s avonds laat, liefst nog ergens tussen middernacht en drie uur ’s ochtends of zo. De laatste tijd merk ik dat ik ’s ochtends ook best productief ben – maar mijn ochtend begint dan wel ergens rond elf uur.

• Wat is je favoriete plek om te schrijven?

Thuis, onderuit, in alle mogelijke houdingen met mijn laptop op schoot, mok thee bij de hand, is wel mijn happy place.
Alleen in de zomer, als het niet te harden is van de warmte, dan vlucht ik naar buiten – een bibliotheek met airco of de tuin van een vriendin.
En zodra er redactiewerk verricht moet worden, ga ik rechtop aan tafel zitten.

• Als iemand een blind date heeft met een van jouw boeken, wat verklapt dan dat het een boek van jou is? 

Mijn personages moeten vaak hun eigen kracht ontdekken, en leren om die te durven inzetten. Sprookjes- of mythologische elementen spelen meestal een rol.
De scheidslijn tussen licht en donker is niet scherp te trekken, ook personages die het goede willen, worden geconfronteerd met moeilijke keuzes: zijn middelen op zich neutraal, is iets alleen goed of kwaad, afhankelijk van het doel waarvoor je ze inzet? Of niet?
Mag je bepaalde grenzen nooit overschrijden? Het thema van macht en hoe je die kan/mag gebruiken duikt daarbij meer dan eens op.
Daarnaast zou ik het heel lastig hebben om iets te schrijven zonder humor.

• Welke vraag zou ik moeten toevoegen voor de volgende auteur? (En wellicht wil je daar zelf ook antwoord op geven?)
Als je niet in je eigen genre schreef, wat zou je dan schrijven? 

Ik heb zelf de laatste jaren alleen maar fantasy geschreven. Ook als ik begin met een ander idee, dan sluipen die fantasy-elementen er toch weer in, omdat ze mij blijven fascineren.
Toch heb ik ook ideeën voor een historische detective en een chicklit op de plank liggen, die ik wel eens zou willen uitwerken zónder in mijn vertrouwde genre te glippen.


Reacties

  1. Altijd leuk om wat meer te weten te komen over auteurs die ik al ken. Mooi intervieuw

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten