Dit recensie-exemplaar ontving ik van uitgeverij Hollands Diep, waarvoor veel dank.
Dit boek begint op 7 april 1826. Maar dat is niet wanneer het verhaal begint.
Op deze 7 april begint de rechtszaak tegen Frannie Langton. Een moordenaar. Een hoer. Althans, volgens de aanklagers.
Frannie wordt bijgestaan door de haar toegewezen advocaat, meester Pettigrew. En aan hem is het boek gericht.
Zij doet haar geschiedenis uit de doeken, vertelt hem haar verhaal. Op een aantal dingen na. Dingen waaraan ze zelf niet meer wil denken.
Opgegroeid als slavin op een plantage op Jamaica, waar ze om duistere redenen leerde lezen en schrijven, komt ze later terecht in het Londen aan het begin van de 19e eeuw.
Ze begint daar als keukenmeid maar niet veel later wordt ze kamenierster voor de eenzame vrouw des huizes.
Zij en haar man hebben een liefdeloos huwelijk. Frannie echter is alles behalve liefdeloos, ze wordt al snel verliefd. Maar het klasseverschil is te groot, daarbij is Frannie een Mulattin en dus niet blank.
Als Frannie op een dag beschuldigd wordt van de moord op het echtpaar, kan ze zich daar niets van herinneren. Heeft ze de moord gepleegd? Is ze daartoe in staat?
Het hele boek werkt toe naar de moord. Doordat het boek begint in de rechtszaal, weet je als lezer al dat deze moord eraan zit te komen.
Frannies verhaal wordt verteld vanaf haar jeugd tot het moment dat ze in de beklaagdenbank staat. Haar hele geschiedenis leidt tot dat ene moment, heeft haar gemaakt tot wie ze nu is. En wie dat is? Dat is afhankelijk van aan wie je het vraagt.
Sterker nog, ik denk dat dat zelfs afhankelijk is van wie dit boek leest. Want zoals ieder mens, heeft Frannie haar goed én slechte kanten. Heeft ze principes, maar zwicht ze ook voor verleidingen. En als de nood aan de man is... weet jij waar je dan toe in staat bent?
Ondanks dat Frannie zelf aan het woord is, laat ze niet het achterste van haar tong zien. Ze komt er gaandeweg achter wie haar ouders zijn, al zal dat voor de lezer niet zo'n verrassing zijn als voor Frannie zelf.
Zoals gezegd vertelt Frannie niet álles. Niet tot het juiste moment daar is. En dat maakt dat je doorleest, je wil haar héle verhaal kennen.
Ik ging op mijn tenen staan om over de hoofden van de voorste rij mensen te kijken, waar iedereen zich verdrong. Een jongetje draaide zich om, mager, smoezelig en met uitpuilende ogen, en hij trok aan de rokken van de vrouw naast hem, en toen draaide zij zich om en tuitte haar lippen afkeurend naar me. 'Niet te geloven! Zo'n groot beest zomaar op straat!' " (p.151)
De manier van schrijven lag mij persoonlijk niet weg. Ik kan er niet de vinger opleggen wat het was, maar ik vond het gewoon niet prettig.
Daarom duurde het wat langer voor ik het boek uit had, terwijl ik het verhaal wél interessant vond.
Ik kreeg het niet voor elkaar om langdurig door te lezen.
De afwisseling in heden en verleden, met af en toe dagboekfragmenten en hier en daar een gesprek uit de rechtszaak, houden je scherp en verwachtingsvol.
Frannie heeft het verkeerde lot getrokken bij haar geboorte, en de wetenschap dat zij lang niet het enige slachtoffer (al weigert ze zich zelf als slachtoffer te zien) is van de slavernij en de discriminatie (en het feit dat dit nog helemaal niet zo héél lang geleden gewóón was) maakt wel indruk.
De score, tja een lastige. Zoals gezegd vond ik de schrijfstijl echt niet fijn, wat een hoge score in de weg staat.
Ik geef het een ruime voldoende: 3,5 duim👍👍👍✊
Reacties
Een reactie posten