Amerika, 1968.
De weduwe Martha krijgt op een avond onverwachts bezoek; een blanke vrouw die niet praat en een dove, zwarte man. Volledig verregend, bang en... met een pasgeboren baby in hun armen.
Martha vangt ze op, maar niet veel later staat er een delegatie voor de deur om het stel op te pakken. De man weet te vluchten, de vrouw niet. Wel weet ze de weduwe duidelijk te maken voor haar kind te zorgen.
En daarmee is het jonge gezin in drieën gesplitst.
Het verhaal wordt vervolgens afwisselend vanuit de man, Homan, de vrouw, Lynnie en de weduwe, Martha verteld.
Het schrijnende verhaal over het leven op de School, waar Lynnie en Homan elkaar leerden kennen, een instituut waar men zich veilig zou moeten voelen, is niet uit de lucht gegrepen.
Gebaseerd op de documentaire van Geraldo Rivera uit 1972 over het instituut Willowbrook, is dit een onverteerbaar realistische weergave van hoe het er destijds soms aan toe ging.
Gedurende het boek, dat zich afspeelt tusen 1968 en 2011, wordt het gevoel van de betreffende tijd waanzinnig goed neergezet. Ook zónder de jaaraanduiding bovenaan de hoofdstukken, weet je al wanneer het zich ongeveer afspeelt. Knap gedaan!
De geschiedenis van Martha, Homan en Lynnie is wel fictief, en is getekend door drama, eenzaamheid, liefde, onbegrip en een hoge dosis toeval.
Ik vond dit boek heerlijk om te lezen, hoopte ergens op een goed einde, maar dat had ook op andere manieren gekund dan deze toch ietwat voorspelbare, en onrealistische finale.
Een boek dat je bij blijft, dat je laat inzien hoeveel de wereld veranderd is de laatste 50 jaar... en hoeveel ook níet.
Vooral het onbegrip waar Homan keer op keer op stuit, vond ik erg mooi beschreven.
De score? 4 duimpjes 👍👍👍👍
Reacties
Een reactie posten